U heeft een link geselecteerd die naar een andere website leidt. Als u op OK klikt, verlaat u deze website en gaat u naar een website die niet wordt beheerd door Medtronic Nederland.
Medtronic is niet verantwoordelijk voor de inhoud en het beheer van de andere website, en is derhalve ook niet verantwoordelijk voor mogelijke zakelijke overeenkomsten of transacties die via die website tot stand gekomen zijn. Het gebruik van de andere website is onderhevig aan de gebruiksvoorwaarden en privacyverklaring van die website.
Uw webbrowser is verouderd
Met een bijgewerkte browser heeft u een betere ervaring met de website van Medtronic. Werk mijn browser nu bij.
Als u meer wilt weten over kankerpijn, behandeling van kankerpijn, een implanteerbare medicijnpomp (gerichte geneesmiddeltoediening*) of het leven met een medicijnpomp, lees dan de antwoorden op de veelgestelde vragen hieronder.
Praat altijd met uw arts als u vragen heeft over veilig gebruik van uw pijnpomp of als er iets in uw gezondheidssituatie verandert.
De informatie op deze pagina is geen vervanging voor de aanbevelingen van uw arts. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het systeem voor meer informatie over het gebruik, de implantatieprocedure en een opsomming van de indicaties, contra-indicaties, voorzorgsmaatregelen, waarschuwingen en mogelijke bijwerkingen. Voor informatie over uw diagnose en behandeling dient u altijd contact op te nemen met uw arts.
Kankerpijn is 'pijn door kanker' of 'pijn als gevolg van kanker'.
Pijn door kanker is op het moment dat je kanker hebt en ergens tumoren hebt, met eventueel uitzaaiingen. Dan kun je pijn krijgen doordat tumoren drukken op zenuwen, of omdat die weefsel kapot maken. En datzelfde geldt voor de uitzaaiingen. Die kunnen ook op zenuwen drukken, dan wel weefsel kapot maken. Dan heb je pijn bij bestaande kanker.
Maar pijn na de behandeling van kanker komt ook veel voor. Chemotherapie en radiotherapie maken zenuwen kapot en veroorzaken ook pijn. Lees meer op Pijn bij kanker.
Per jaar krijgen 3,9 miljoen mensen in Europa de diagnose kanker (schatting voor 40 landen in 2018).1
56% van de kankerpatiënten geeft aan ten minste maandelijks matige tot ernstige pijn te ervaren. Intrathecale geneesmiddeltoediening* kan u mogelijk daarbij helpen.2
Uw arts kan bij u de diagnose onbeheersbare kankerpijn stellen als uw pijn niet verdwijnt, zelfs wanneer u pijnmedicatie gebruikt zoals de arts u heeft voorgeschreven.
De impact van onbehandelde of slecht behandelde pijn kan enorm zijn omdat het het lichamelijk functioneren, de mentale gezondheid en het sociale leven sterk beïnvloedt.2,3 Aanhoudende pijn is rampzalig voor de kwaliteit van leven van mensen met kanker: als gevolg daarvan vrezen patiënten meer voor de pijn dan voor overlijden als gevolg van hun kanker, en deze angst heeft geleid tot meer euthanasieverzoeken bij artsen.2,4
Bijna een derde van de mensen met kankerpijn (30%) heeft zoveel pijn dat ze onvoldoende voor zichzelf en voor anderen kunnen zorgen. En voor mensen met kanker die nog werken, geeft ruim de helft aan dat hun pijn invloed heeft op hun werkprestaties.2
Uw opties zijn:
Wanneer u zich meldt bij een pijnspecialist zult u meestal eerst een vragenlijst moeten invullen. Deze vragenlijst wordt door uw specialist bekeken en met u besproken tijdens een eerste bezoek. Indien nodig, volgt er aanvullend lichamelijk onderzoek. U krijgt nog geen behandeling. Aan de hand van extra vragen en zo nodig lichamelijk onderzoek stelt uw specialist vast of aanvullend onderzoek nodig is (röntgen, laboratorium of ander onderzoek). Vervolgens probeert uw arts zo snel mogelijk tot een pijndiagnose te komen. Deze diagnose wordt met u besproken, waarna er een behandelplan zal worden opgesteld.
Er zijn verschillende behandelingsopties om pijn bij kanker te verminderen, zoals behandelingen zonder medicijnen, met medicijnen, of meer ingrijpende behandelingen zoals zenuwblokkades, externe medicijnpomp, implanteerbare medicijnpomp, radiofrequente ablatie of neuro-ablatie. Wanneer of pillen of pleisters voor u niet meer werken, zult u waarschijnlijk zijn aangewezen op de ingrijpendere behandelingen.
Voor mensen die met pillen of pleisters onvoldoende effect of te veel bijwerkingen ervaren, kan een medicijnpomp mogelijk uitkomst bieden.5,6
De medicijnpomp dient een vloeibare vorm van een medicijn (zoals morfine) rechtstreeks toe in de met vloeistof gevulde ruimte rond het ruggenmerg. Deze toediening maakt afgifte van kleinere doses (tot wel 300x lager) van het geneesmiddel* mogelijk.
Wanneer een geneesmiddel* op de juiste plaats wordt afgegeven, heeft u er minder van nodig, wat kan helpen om de mogelijke bijwerkingen van orale morfine te verminderen.
Een medicijnpomp wordt gebruikt voor de gerichte toediening van geneesmiddelen* voor de verlichting van onbeheersbare pijn bij kanker. De medicijnpomp geeft de pijnmedicatie* uit de pomp af in de met vloeistof gevulde ruimte rond het ruggenmerg (intrathecale ruimte). De pijnmedicatie* wordt direct aan de pijnreceptoren in het ruggenmerg afgegeven, en hoeft dus niet eerst in de bloedbaan te worden opgenomen. Daardoor kan bij het gebruik van een medicijnpomp met een veel lagere dosering worden volstaan. Hierdoor worden de bijwerkingen tot een minimum beperkt. Naast dat de pijn beter onder controle kan worden gehouden, zijn mensen die een implanteerbare medicijnpomp hebben, vaak ook minder vermoeid en helderder dan mensen die behandeld worden met de gangbare behandelmethodes.5-8
Voor behandeling op de lange termijn wordt het medicijn in een pomp gedaan die via een operatie onder de huid in uw buik wordt geplaatst. De pomp geeft intrathecale pijnmedicatie* af via een klein slangetje (een katheter) rondom uw ruggenmerg. Uw arts kan de pomp programmeren om de juiste dagelijkse dosis toe te dienen.
Bij elke pijnbehandeling kunnen bijwerkingen optreden, en elke behandeling kent risico's.
Tot deze risico's behoren onder meer:
Na de operatie kunt u ook pijn of ongemak op de implantatieplaats voelen. Zie Voordelen en risico's
De bijwerkingen van gerichte geneesmiddeltoediening* zijn meestal tijdelijk van aard en kunnen onder controle worden gebracht door de dosering intrathecale pijnmedicatie* (het medicijn in de pomp) aan te passen. Uitvallen van de pomp kan leiden tot een over- of onderdosering van de pijnmedicatie*. Zie Tekenen van over- en onderdosering.
Mogelijke gevolgen van het gebruik van pijnmedicatie* via de pomp zijn onder andere verhoogde gevoeligheid voor pijn (hyperalgesie), lage bloeddruk, sufheid, verminderde ademhaling, vorming van ontstoken weefsel bij de punt van de katheter, onvoldoende aanmaak van geslachtshormonen (hypogonadotroop hypogonadisme), en immunologische reacties. Hoewel de kans op deze gevolgen kan worden verminderd door zorgvuldige dosering/verhoging van de pijnmedicatie*, zijn ze niet volledig uitgesloten.9 Het is erg belangrijk dat u onmiddellijk contact opneemt met uw arts als u een van deze symptomen ervaart.
Voor risico's die gepaard gaan met de operatie zie de vraag Wat zijn de risico's van de operatie? hierboven.
Wanneer u net met gerichte geneesmiddeltoediening* begint, wordt de medicijnpomp zo geprogrammeerd dat hij een constante hoeveelheid medicatie* gedurende de dag afgeeft. Gedurende de eerste weken of maanden past uw arts de dosering geleidelijk aan tot het niveau dat goed voor u werkt.
Laat uw arts weten wanneer u niet tevreden bent met de resultaten als gevolg van de behandeling en wat u zou willen verbeteren. Aanpassingen in de dosering worden geleidelijk doorgevoerd en de resultaten worden in de gaten gehouden.
Als u een medicijnpomp van Medtronic krijgt, krijgt u van uw arts mogelijk ook een bijbehorende afstandsbediening. Zie MyPTM-patiëntenafstandsbediening]. Met de afstandsbediening kunt u de geneesmiddeltoediening* door uw medicijnpomp actief aanpassen indien dat nodig is (binnen de door uw arts ingestelde grenzen).
Gerichte geneesmiddeltoediening* via een implanteerbare medicijnpomp wordt sinds 2019 alleen vergoed voor chronische kankerpijn in Nederland. Vraag uw arts of zorgverzekeraar naar de vergoeding voor u. Let wel er zijn aangewezen behandelcentra waar u terecht kunt. Neem contact op met Medtronic via het contactformulier als u meer informatie over de medicijnpomp en mogelijke behandelcentra wenst.
Meer informatie over indicaties waarvoor neuromodulatie (medicijnpomp of neurostimulator (SCS) voor chronische pijn wordt vergoed, vindt u in document 'Standpunt Neuromodulatie bij chronische pijn' op de website van Zorginstituut Nederland.
Het is mogelijk een proefbehandeling te ondergaan voordat u een definitieve pomp krijgt. Uw arts zal met u overleggen of u al dan niet een proefbehandeling krijgt. Bij kankerpijn kan er ook voor gekozen worden om direct een permanente pomp te implanteren zonder proefbehandeling.
Uw medicijnpomp laat een alarm horen als er een probleem is. De pomp moet dan mogelijk gevuld worden, er kan een pompstoring zijn opgetreden of de pomp moet worden vervangen. Er zijn twee verschillende alarmen. Zorg dat u weet wat elk alarm betekent, en wat u moet u doen als u het hoort. Lees meer op de pagina Alarmsignalen van de pomp.
Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een van deze alarmen hoort.
Vertel het uw arts als u allergisch bent voor bepaalde materialen. Uw arts kan een lijst opvragen van de materialen die in de pomp en/of katheter van Medtronic worden gebruikt. Aan de hand daarvan zal uw arts mogelijk een test uitvoeren.
De SynchroMed™ II-pomp van Medtronic wordt door vele artsen over de hele wereld gebruikt. Medtronic beschikt over een wereldwijd netwerk. Zorg dat u uw behandelend arts vraagt om een lijst van ervaren artsen/ziekenhuizen in het land waar u heen gaat. Uw arts kan deze informatie opvragen bij Medtronic.
Let op: Het kan voorkomen dat de medicijnen die u gebruikt, niet beschikbaar zijn in het land waar u heen reist.
Draag uw patiëntenpasje van Medtronic altijd bij u. Dit pasje kan helpen om zonder al te veel vragen langs de beveiliging te komen. Het dient ook als gegevensbron voor noodgevallen mocht er onderweg iets gebeuren. Zie ook Voordat u op reis gaat.
Nee. De eerste versie van de SynchroMed™-pomp kwam in de tachtiger jaren van de vorige eeuw in Europa op de markt. Artsen hebben dus al meer dan 30 jaar ervaring met intrathecale geneesmiddeltoediening* via deze medicijnpomp.
Bij meer dan 90% van de mensen die een medicijnpomp heeft, gaat deze ruim 6 jaar mee (vanaf de dag van implantatie).
Nee, de batterij van de pomp kan niet worden opgeladen. Wanneer de batterij van uw pomp leeg is, zal uw pomp worden vervangen door een nieuwe pomp. Zie de vraag Hoelang gaat de batterij van de pomp mee?
Uw arts of verpleegkundige gebruikt een artsenprogrammeerapparaat om het batterijniveau van de pomp te controleren. Zie de vraag Hoelang gaat de batterij van de pomp mee? Uw pomp moet worden vervangen door een nieuwe voordat deze stopt met functioneren aan het einde van de levensduur, zodat er geen onderbreking van de intrathecale medicijntoediening optreedt. Als de batterij leeg begint te raken, plant uw arts een operatie in om de pomp te vervangen. Uw arts bepaalt op dat moment of u eveneens een nieuwe katheter moet krijgen. Dikwijls kan de katheter blijven zitten en aan de nieuwe pomp gekoppeld worden. De pomp kan ook worden vervangen bij een mechanische storing of bij complicaties met de katheter. Voor het repareren of vervangen van de pomp is een operatie nodig. Zie ook Een vervangende medicijnpomp krijgen.
De pomp is rond en is beschikbaar in twee maten:
20 ml-pomp:
Dikte: 19,5 mm
Diameter (horizontaal gemeten): 74 mm
Diameter (verticaal gemeten): 87,5 mm
Gewicht: 165 g
40 ml-pomp:
Dikte: 26 mm
Diameter (horizontaal gemeten): 74 mm
Diameter (verticaal gemeten): 87,5 mm
Gewicht: 175 g
De motor van uw pomp maakt een tikkend geluid, maar dat is vaak alleen te horen met een stethoscoop of als iemand zijn oor erop legt. Verder kan uw pomp ook twee soorten alarmsignalen laten horen.
Zie Alarmsignalen van de pomp.
Naarmate de dosis intrathecale pijnmedicatie* wordt verhoogd, zal de arts uw huidige pijnmedicatie zoveel mogelijk afbouwen, soms zelfs helemaal. De pomp vervangt dan uw huidige pijnmedicatie. Daarnaast zal uw arts bepalen of u nog steeds andere medicijnen moet gebruiken.
Als uw huidige behandeling onvoldoende pijnverlichting biedt en u een minimale levensverwachting van drie maanden7, 12 heeft (dit kan per ziekenhuis verschillen) en de onderstaande criteria van toepassing zijn op u, komt u mogelijk in aanmerking voor een implanteerbare pijnpomp.
Gerichte geneesmiddeltoediening* is geschikt voor mensen die hun kankerpijn (pijnscore groter of gelijk aan 5) niet onder controle krijgen, of te veel bijwerkingen ervaren, met klassieke/reguliere opioïden (tabletten, pleisters, injecties) bij een dagelijkse inname van 200 mg morfine (of een equivalent hiervan).7, 10, 11, 13 Echter kunnen mensen die een lagere dosis pijnstillers krijgen eveneens overwogen worden, wanneer de bijwerkingen te hevig zijn.
De SynchroMed® II-medicijnpomp is een batterijgevoed medisch implantaat met een reservoir dat een geneesmiddel* bevat. De medicijnpomp geeft een precieze hoeveelheid medicatie* af via een dun slangetje (katheter) in de vloeistof rond het ruggenmerg, de intrathecale ruimte. Het ruggenmerg is een soort snelweg voor pijnsignalen die naar de hersenen gaan. Omdat de medicijnpomp de medicatie* rechtstreeks afgeeft in het gebied rondom het ruggenmerg, worden pijnsignalen onderbroken voordat ze bij de hersenen aankomen. Let wel: de resultaten zijn bij iedereen verschillend.
De neurochirurg/anesthesioloog-pijnspecialist plaatst de pomp net onder de huid in de buik. De pomp wordt van buitenaf geprogrammeerd om de juiste hoeveelheid medicatie* op het juiste moment af te geven.
Uw behandeling start zodra de pomp is gevuld en geprogrammeerd om de voorgeschreven hoeveelheid pijnmedicatie* af te geven via de katheter in de ruimte rondom het ruggenmerg (intrathecale ruimte). Dat is vaak al binnen 30 minuten na uw operatie. U moet echter onthouden dat er tijd nodig is om de juiste balans te vinden tussen de verlichting van de pijn, het voldoen aan uw verwachtingen en het onder controle houden van mogelijke bijwerkingen.
Gerichte geneesmiddeltoediening* van pijnmedicatie gaat gepaard met bepaalde risico's en bijwerkingen. Zie Voordelen en risico's en Tekenen van een te hoge of te lage dosis pijnmedicatie* via de medicijnpomp.
Indien u niet voldoet aan de criteria zoals genoemd onder de vraag Is gerichte geneesmiddeltoediening* geschikt voor mij, dan komt u niet in aanmerking voor een implanteerbare medicijnpomp.
Het infusiesysteem mag ook niet worden geïmplanteerd als:
Alle patiënten en zorgverleners worden geïnformeerd over de risico's van de behandeling. Uw arts informeert u over de tekenen en symptomen van een te hoge (overdosering) of te lage dosering (onderdosering) en wat u moet doen als u deze symptomen bemerkt. Zie ook Tekenen van een te hoge of te lage dosis pijnmedicatie* via de medicijnpomp
Een te lage of te hoge dosering van het geneesmiddel* kan ernstige gevolgen hebben, waarbij onmiddellijke medische hulp noodzakelijk is. Het is daarom belangrijk dat u de eerste tekenen herkent.
Ook als u een pompalarm denkt te horen, neem direct contact op met uw arts. Zie ook Alarmsignalen van de pomp
Zorg ervoor dat u altijd uw patiëntenpasje en/of een overzicht van uw laatste pompinstellingen bij u heeft. Hierop staat alle informatie over de medicijnpomp voor in noodsituaties.
Het is raadzaam om bij een ziekenhuisopname of medisch onderzoek (waaronder een MRI-scan), eveneens contact op te nemen met uw behandelend pijncentrum. Zie ook Opletten bij bepaalde medische procedures
Gerichte geneesmiddeltoediening* met de implanteerbare medicijnpomp gaat gepaard met bepaalde risico's en bijwerkingen. Zie Voordelen en risico's en Tekenen van een te hoge of te lage dosis pijnmedicatie* via de medicijnpomp.
Het is bijzonder belangrijk dat u de vulafspraken nakomt. Laat het uw arts weten als u van plan bent te gaan reizen. Hij of zij zal uw vulafspraak tijdig inplannen, zodat u niet zonder medicatie komt te zitten. Zie ook Voordat u op reis gaat.
Als u in het ziekenhuis wordt opgenomen tegen de tijd dat uw pomp moet worden bijgevuld, laat dit dan aan uw arts weten. Uw arts zorgt er dan voor dat uw pomp tijdig wordt bijgevuld. Niet alle ziekenhuizen hebben ervaring met de medicijnpomp. Laat het uw arts dus zo snel mogelijk weten als uw vuldatum nadert.
U moet weten hoe de pompalarmen klinken. Zie ook Alarmsignalen van de pomp. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een alarm hoort.
Gerichte geneesmiddeltoediening* met de implanteerbare medicijnpomp gaat gepaard met bepaalde risico's en bijwerkingen. Zie Voordelen en risico's en Tekenen van een te hoge of te lage dosis pijnmedicatie* via de medicijnpomp.
Vraag aan uw arts of verpleegkundige of u direct na de operatie mag douchen. Ga niet in bad totdat uw hechtingen zijn verwijderd en de incisies zijn genezen. Als de wonden zijn genezen, mag u een bad tot 39 °C nemen.
Een behandeling met pijnmedicatie* via de pomp neemt de oorzaak van de pijn niet weg. De mate van pijnstilling verschilt van persoon tot persoon. Uit klinische onderzoeken is gebleken dat 89% van de patiënten met kanker sinds de plaatsing van een pomp geen pijn meer heeft of zich veel beter voelt.14 Daarnaast was 80% van de patiënten met chronische pijn die niet het gevolg is van kanker, tevreden met hun behandeling en 90% van de patiënten zou de behandeling aanbevelen aan vrienden en familie.15
De operatie waarbij het systeem (medicijnpomp en katheter) wordt geplaatst duurt ongeveer één tot twee uur. De arts bepaalt hoelang u in het ziekenhuis moet blijven. De ingreep wordt meestal uitgevoerd onder volledige narcose. U kunt echter ook andere opties met uw arts bespreken.
Neem direct contact op met uw arts als u een pompalarm hoort (zie Alarmsignalen van de pomp) of als u last krijgt van (een van) de meest voorkomende bijwerkingen (zie Voordelen en risico's en Tekenen van een te hoge of te lage dosis pijnmedicatie* via de medicijnpomp).
Een van de belangrijkste zaken als u een medicijnpomp heeft, is zorgen dat de pomp niet volledig leegraakt en u zonder medicatie komt te zitten. Om dit te voorkomen dient u al uw vulafspraken nauwkeurig na te komen.
De pomp moet op tijd worden bijgevuld. Deze moet voldoende medicatie* bevatten voor een continue, effectieve behandeling.
Als u een vulafspraak mist, kan dit leiden tot:
Zie: Tekenen van een te lage of te hoge dosis.
Als het reservoir bijna leeg is, hoort u dat de pomp om het uur een enkeltonig alarm (met lage prioriteit) afgeeft. Als het reservoir helemaal leeg is, hoort u om de 10 minuten een tweetonig alarm (met hoge prioriteit). Mocht u door onvoorziene omstandigheden uw geplande vulafspraak niet na kunnen komen, neem dan direct contact op met uw arts voor een nieuwe vulafspraak op korte termijn.
Zie Alarmsignalen van de pomp.
Laat het uw arts weten als u gaat reizen. Hij/zij kan ziekenhuizen aanbevelen die ervaring hebben met de medicijnpomp in de regio('s) waar u heen reist. Zo heeft u contactgegevens van zorgprofessionals die u kunnen helpen in geval van nood. Zorg dat uw pomp voor uw reis is bijgevuld. Zie ook Voordat u op reis gaat.
De meeste gebruikers geven aan dat de medicijnpomp niet oncomfortabel is of in de weg zit; de pomp beperkt hun bewegingen niet. Afhankelijk van uw lichaamsbouw en uw kledingkeuze kan de pomp zelfs helemaal niet te zien zijn.
Het volledige systeem zit onderhuids. De arts plaatst de pomp in de buik en de katheter in de buurt van het ruggenmerg. Meestal is de pomp niet zichtbaar onder kleding, maar als u heel slank bent en strakke kleding draagt, is het mogelijk dat de omlijning van de pomp zichtbaar is.
Uw arts zal proberen om de pomp op een plek te plaatsen waar hij het comfortabelst zit en het minst zichtbaar is. Meestal bespreekt de arts dit met u voorafgaand aan de operatie.
Volg altijd de instructies van uw arts met betrekking tot activiteiten die u mag uitvoeren, het nemen van medicatie (naast de pijnmedicatie* in de pomp) en de wondverzorging.
Na de procedure kunnen uw operatiewonden gevoelig zijn en u ongemak/pijn bezorgen. Dit gevoel kan wel enkele weken aanhouden. Om de pijn door de operatie te verlichten en ter preventie van infecties, kan de arts medicijnen of aanvullende therapie (bijvoorbeeld fysiotherapie) voorschrijven. Zie Pompplaatsing en dosisinstelling.
Vermijd liever de volgende activiteiten tijdens het herstel na uw operatie:
Bel onmiddellijk uw arts als u koorts krijgt of roodheid of zwelling opmerkt rond de wond. Zodra de wond is genezen is er geen speciale verzorging voor de implantatieplaats meer nodig.
Als u zich beter begint te voelen, kunt u langzamerhand een groot aantal activiteiten hervatten, zoals:
Uw arts kan u aanraden uw activiteiten gedurende de eerste weken na de procedure te beperken.
Onthoud dat u zich bij het hervatten van uw dagelijkse activiteiten beter zou moeten voelen, niet slechter.
Let op: Terwijl u zich aanpast aan een leven met de medicijnpomp, waarmee u uw symptomen beter onder controle kunt houden, wilt u misschien activiteiten ondernemen die u voor de operatie niet kon doen. Bespreek uw activiteitenniveau met uw arts en volg altijd zijn/haar adviezen op.
Uw arts of verpleegkundige plant regelmatig vervolg/bijvulbezoeken in. Bij een vervolgbezoek wordt de pomp bijgevuld, en indien nodig bijgesteld, en ook bekeken hoe lang de pomp nog meegaat. Eventuele problemen met de pomp/katheter kunnen tijdens deze controles eveneens aan het licht gebracht worden. De vervolgbezoeken kunnen wekelijks, maandelijks of tot een paar keer per jaar worden ingepland. Zie Pompinstellingen aanpassen en De pomp bijvullen.
Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als een van de volgende situaties zich voordoet:
Uw arts moet u stelselmatig onderzoeken op de volgende verschijnselen of symptomen van vorming van ontstekingsweefsel rond de kathetertip, zoals:
Over het algemeen zou u uw normale dagelijkse activiteiten moeten kunnen hervatten. Raadpleeg uw arts of verpleegkundige voordat u bepaalde activiteiten gaat ondernemen die extra belastend zijn.
Vraag uw arts voor informatie over hoe de voorgeschreven medicatie uw rijgedrag kan beïnvloeden.
Sommige middelen - zoals bijvoorbeeld opïoden (in vloeibare of tabletvorm, of via een pleister), alcohol, antidepressiva, verdovende middelen en middelen die allergische reacties onderdrukken (antihistaminica) - kunnen het depressie-effect van de door uw pomp afgegeven pijnmedicatie* versterken. Vraag uw arts voor informatie over hoe alcohol en/of de voorgeschreven medicatie uw rijgedrag kan/kunnen beïnvloeden.
Overleg altijd eerst met uw arts. U mag niet dieper onder water gaan dan 10 meter. Ook mag u geen gebruik maken van een drukcabine voor hyperbare zuurstoftherapie met een druk hoger dan 2,0 absolute atmosfeer (ATA). Als u dieper dan 10 meter onder water gaat of aan een druk boven 2,0 ATA wordt blootgesteld, kan de pomp beschadigen. In geval van schade zal er een operatie nodig zijn om de pomp te vervangen.
Om schade aan de pomp te beperken als er hyperbare zuurstoftherapie nodig is, moet uw arts de pomp volledig vullen met de juiste vulset en de huidige therapie-instellingen aanhouden voordat u wordt blootgesteld aan de hogere omgevingsdruk.
Bespreek de effecten van hoge druk met uw arts voordat u gaat duiken of in een drukcabine gaat. Als de druk toeneemt, neemt de toedieningssnelheid van de pomp af. Als de druk blijft toenemen, kunt u te weinig of geen medicatie* toegediend krijgen. Dit kan ernstige gevolgen hebben. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u de eerste tekenen herkent.
Bespreek de effecten van lage druk met uw arts voordat u activiteiten onderneemt op meer dan 2.500 meter hoogte (zoals wandelen of skiën in de bergen).
Patiënten die in hooggelegen gebieden wonen of hiernaartoe reizen, worden blootgesteld aan een lagere luchtdruk. Bij langdurige blootstelling aan een lagere luchtdruk kan de toedieningssnelheid van de pomp worden verhoogd en op dit hogere niveau blijven. Als uw arts bepaalt dat een dergelijke verhoging van de toedieningssnelheid een risico voor u oplevert, kan uw arts uw therapie-instellingen aanpassen.
Vermijd dat u wordt blootgesteld aan temperaturen boven de 39 °C is, bijvoorbeeld in een heel heet bad, stoomcabine, sauna of zonnebank.
De toedieningssnelheid van de pomp past zich aan aan de lichaamstemperatuur. Als de temperatuur stijgt, neemt ook de toedieningssnelheid toe. Als de snelheid veel toeneemt, kan het zijn dat de pomp te veel medicatie* toedient. Dit kan ernstige gevolgen hebben. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u de eerste tekenen herkent.
U kunt zeker genieten van een massage als u een implanteerbare medicijnpomp heeft; een massage zal uw implantaat niet beschadigen. Het is echter aan te raden om ongeveer zes tot acht weken te wachten nadat u uw permanente pomp heeft gekregen, voordat u een massage overweegt. En als u een wond heeft die nog niet genezen is, een open zweertje in de buurt van de pomp of de inbrengplek van de katheter, raden we aan om te wachten totdat deze genezen zijn. Raadpleeg bovendien altijd uw arts voordat u een massage neemt.
Wanneer u een afspraak maakt voor een massage, is het belangrijk dat u de masseur vertelt dat u een medicijnpomp heeft. Laat hem of haar zien waar de pomp zich bevindt, evenals de inbrengplek op uw rug waar zich een verankeringshulpmiddel bevindt. Vraag uw masseur om deze gebieden tijdens de massage te vermijden, omdat druk of aanraking van deze plekken mogelijk pijn kan veroorzaken.
Vermijd activiteiten die onnodig veel druk geven op de geïmplanteerde pomp en katheter.
Activiteiten waarbij sprake is van plotseling, overmatig of herhaaldelijk buigen, draaien, springen of strekken kan de katheter beschadigen of doen losraken, of de pomp kan van zijn plaats raken. De katheter kan ook geknikt worden of geblokkeerd raken. In zo een geval kan een operatie nodig zijn om de situatie te herstellen.
Schade aan de katheter kan ertoe leiden dat de geneesmiddelafgifte* wordt gestopt, wat ernstige gevolgen kan hebben. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u de eerste tekenen herkent.
Uw pomp kan door het metaal in de pomp het alarm van de metaaldetector in veiligheidspoortjes (bijvoorbeeld op vliegvelden, openbare gebouwen en winkels) doen afgaan.
Laat uw patiëntenpasje zien aan het beveiligingspersoneel en blijf niet te dicht bij een veiligheidspoort staan. Leun er ook niet tegen aan.
Nee. Raak de plaats van de pomp of katheter liever niet te veel aan. Te veel aanraking kan leiden tot aantasting van de huid, schade aan de pomp of katheter. Hierdoor kan de katheter losraken, de katheter kan in de knoop raken of de katheter of pomp raken van hun plaats.
Door te veel aan de katheter en pomp te zitten, kan de pomp ook kantelen, waardoor deze niet meer kan worden bijgevuld. Bij schade aan de onderdelen van uw medicijnpomp kan een operatie nodig zijn om de onderdelen te repareren of te vervangen. Schade aan de katheter kan ertoe leiden dat de geneesmiddelafgifte wordt gestopt. Een te lage of te hoge dosering van het geneesmiddel* kan ernstige gevolgen hebben, waarbij onmiddellijke medische hulp noodzakelijk is. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u de eerste tekenen herkent.
Uw zorgverlener verwijdert de overgebleven medicatie* uit uw pomp en vult deze opnieuw met behulp van een naald die door uw huid wordt ingebracht. Tijdens het bezoek zullen ook de werking en de programmeerinstellingen van de pomp gecontroleerd en geoptimaliseerd worden.
Houd u aan alle geplande afspraken voor het vullen. Als u uw afspraak niet nakomt voor het vullen, kan de pomp leegraken. Hierdoor krijgt u een tekort of helemaal geen pijnmedicatie* meer via de pomp toegediend, wat ernstige gevolgen kan hebben. Als de pomp te lang leeg is, kan deze ook beschadigd raken, waardoor er een operatie nodig is om de pomp te vervangen.
In Nederland kunt u uw pomp naast in de behandelcentra ook thuis laten vullen via een daarvoor beschikbaar ambulant team (thuisziekenhuis/Care4homecare).
Bij meer dan 90% van de mensen die een medicijnpomp heeft, gaat deze ruim 6 jaar mee (vanaf de dag van implantatie). Uw zorgverlener gebruikt een artsenprogrammeerapparaat om het batterijniveau van de pomp te controleren. Als de batterij leeg begint te raken, plant uw arts een operatie in om de pomp te vervangen. De katheter hoeft dan meestal niet vervangen te worden, als deze nog onbeschadigd is.
De pomp kan ook worden vervangen bij een mechanische storing. Voor het repareren of vervangen van de pomp is een operatie nodig.
De meeste huishoudelijke apparaten, zoals bijvoorbeeld een magnetron, televisie, radio, mobiele telefoon, hebben geen invloed op de pomp, mits ze naar behoren werken en goed geaard zijn.
Als u vermoedt dat langdurige blootstelling aan bepaalde apparatuur problemen geeft met de pomp, doe dan het volgende:
Als de storing met bovenstaande acties niet wordt verholpen of als u denkt dat uw behandeling niet hetzelfde is als voorheen, neem dan contact op met uw arts.
Ja. Het is veilig om medische onderzoeken met de pomp te ondergaan, waaronder MRI (beeldvorming met magnetische resonantie), mits u het medische team hiervan op de hoogte stelt.
Neem contact op met uw arts voordat u een MRI-scan ondergaat. U mag NIET in een scanner die een elektromagnetisch veld gebruikt dat hoger is dan 3 tesla.
De MRI-scanner zorgt ervoor dat uw pomp tijdelijk stopt met de afgifte van pijnmedicatie*. Er kan een alarmsignaal klinken. De pomp is zo ontworpen dat hij weer normaal gaat werken nadat u weg bent uit de MRI-omgeving. Uw arts moet de pomp na de MRI-scan controleren om te bevestigen dat hij weer is gestart en goed werkt.
De volgende medische procedures hebben doorgaans geen invloed op uw medicijnpomp:
Laat het uw medisch team weten als er plotselinge veranderingen in uw pijnbeleving optreden. Mogelijke oorzaken kunnen zijn een achteruitgang in uw pijntoestand, een verminderde reactie op het geneesmiddel* in uw pomp (tolerantie) of een probleem in het systeem. In eerste instantie zal uw arts een artsenprogrammeerapparaat gebruiken om uw medicijnpomp uit te lezen om te zien of het systeem goed werkt. Uw pomp moet mogelijk worden bijgesteld of er kan iets anders aan de hand zijn. Zie Voordelen en risico's en Tekenen van een te hoge of te lage dosis pijnmedicatie* via de pomp
Als u een medicijnpomp heeft, kunt u mogelijk ook andere medische behandelingen moeten ondergaan. Zie Opletten bij medische procedures voor meer informatie. Neem altijd contact op met uw behandelend arts als u een bepaalde procedure moet ondergaan.
Als u de pomp niet langer nodig heeft of als u de behandeling niet langer wenst te ondergaan, kan uw arts de pomp uitschakelen of operatief verwijderen.
* Wanneer we het hebben over pijnmedicatie via de pomp of gerichte (intrathecale) geneesmiddeltoediening, bedoelen we pijnmedicatie (bijvoorbeeld morfine of ziconotide) die wordt toegediend door een intrathecale medicijnpomp. Medtronic levert alleen de intrathecale medicijnpomp en de katheter; de intrathecale pijnmedicatie wordt geleverd door een extern bedrijf.
Ferlay J, Colombet M, Soerjomataram I, et al. Cancer incidence and mortality patterns in Europe: estimates for 40 countries and 25 major cancers in 2018. Eur J Cancer. 2018 Nov;103:356-387.
Breivik H, Cherny N, Collett B, de Conno F, Filbet M, Foubert AJ, Dow L, Cohen R. Cancer-related pain: a pan-European survey of prevalence, treatment, and patient attitudes. Annals of Oncology 2009;20(8): 1420-33.
Serlin RC, Mendoza TR, Nakamura Y et al. When is cancer pain mild, moderate or severe? Grading pain severity by its interference with function. Pain 1995; 61: 277–284.
Nuland SB. Physician-assisted suicide and euthanasia in practice. N Engl J Med 2000; 342: 583–584.
Grider JS, Etscheidt MA, Harned ME, et al. Trialing and maintenance dosing using a low-dose intrathecal opioid method for chronic nonmalignant pain: a prospective 36-month study. Neuromodulation. 2016;19(2):206-219.
Hamza M, Doleys D, Wells M, et al. Prospective study of 3-year follow-up of low-dose intrathecal opioids in the management of chronic nonmalignant pain. Pain Med. 2012;13(10):1304-1313.
Smith TJ, Staats PS, Deer T, et al. Randomized clinical trial of an implantable drug delivery system compared with comprehensive medical management for refractory cancer pain: impact on pain, drug-related toxicity, and survival. J Clin Oncol. 2002;20:4040-4049.
Bhatia G, Lau ME, Koury KM, Gulur P. Intrathecal Drug Delivery (ITDD) systems for cancer pain. F1000Res. 2013;2:96. doi:10.12688/f1000research.2-96.v4.
PACC consensus based guidelines IDDS cancer pain [DOC UPLOADEN]
Smith TJ, Coyne PJ. Implantable drug delivery systems (IDDS) after failure of comprehensive medical management (CMM) can palliate symptoms in the most refractory cancer pain patients. J Pall Med. 2005;8(4):736-742.
Miguel R. Interventional treatment of cancer pain: the fourth step in the World Health Organization analgesic ladder? Cancer Control. 2000;7(2):149–56.
Burton AW, Rajagopal A, Shah HN, et al. Epidural and intrathecal analgesia is effective in treating refractory cancer pain Pain Med. 2004. Sep;5(3):239-47.
Deer TR, Pope JE, Hayek SM, et al. The Polyanalgesic Consensus Conference (PACC): Recommendations on Intrathecal Drug Infusion Systems Best Practices and Guidelines. Neuromodulation. 2017;20(2):96–132
Brogan E, Winter NB, Okifuji A. Prospective Observational Study of Patient-Controlled Intrathecal Analgesia: Impact on Cancer-Associated Symptoms, Breakthrough Pain Control, and Patient Satisfaction. Reg Anesth Pain Med. 2015;40(4):369–75.
Deer T, Chapple I, Classen A, et al. lntrathecal drug delivery for treatment of chronic low back pain: report from the National Outcomes Registry for Low Back Pain. Pain Med. 2004;5:6-13.
U dient de informatie op deze site niet als vervangend medisch advies te beschouwen. Indien u twijfels heeft over uw gezondheid of een gezondheidsadvies nodig heeft, dient u contact op te nemen met uw arts of professioneel zorgverlener.