U heeft een link geselecteerd die naar een andere website leidt. Als u op OK klikt, verlaat u deze website en gaat u naar een website die niet wordt beheerd door Medtronic Nederland.
Medtronic is niet verantwoordelijk voor de inhoud en het beheer van de andere website, en is derhalve ook niet verantwoordelijk voor mogelijke zakelijke overeenkomsten of transacties die via die website tot stand gekomen zijn. Het gebruik van de andere website is onderhevig aan de gebruiksvoorwaarden en privacyverklaring van die website.
Uw webbrowser is verouderd
Met een bijgewerkte browser heeft u een betere ervaring met de website van Medtronic. Werk mijn browser nu bij.
Er kan een moment komen dat een arts, zoals een orthopeed, oncoloog of neuroloog, u doorverwijst voor een MRI-scan. Aangezien sommige hartimplantaten niet veilig zijn voor gebruik in een MRI-omgeving, moet u met een aantal zaken rekening houden bij het plannen van uw MRI-scan.
Wanneer een arts u doorverwijst voor een MRI-scan, moet u hem of haar vertellen dat u een pacemaker, implanteerbare cardioverter defibrillator (ICD), CRT-pacemaker of -defibrillator, of implanteerbare hartmonitor heeft. Laat uw patiëntenpasje aan uw arts zien. Aan de hand van de gegevens op uw pasje kan uw arts zien of u een pacemaker- of ICD-systeem of hartmonitor heeft waarmee u een MRI-scan kunt laten maken. Het kan ook nodig zijn dat uw arts eerst met uw cardioloog overlegt hierover; de contactgegevens van de cardioloog staan ook op het pasje.
Het kan zijn dat u gevraagd wordt rechtstreeks contact op te nemen met uw cardioloog. Uw cardioloog moet mogelijk bevestigen dat uw implantaat goed werkt en veilig is voor gebruik in de MRI-omgeving. Uw cardioloog kan ook samen met u op zoek gaan naar een MRI-centrum dat het meest geschikt is om niet alleen aan uw MRI-behoefte, maar ook aan uw behoeften te voldoen wat betreft uw hartaandoening.
Wanneer u belt om uw MRI-afspraak te maken, moet u vertellen dat u een pacemaker, ICD of implanteerbare hartmonitor heeft die geschikt is voor gebruik in een MRI-scanner. Men vraagt u mogelijk om de contactgegevens van uw cardioloog door te geven, die op uw patiëntenpasje staan.
Op de dag van uw scan wordt uw pacemaker, ICD of CRT-implantaat omgeprogrammeerd naar een speciale instelling. Dit zorgt ervoor dat uw implantaat goed werkt in de MRI-omgeving. Het programmeren gaat op ongeveer dezelfde manier als het programmeren tijdens uw controleafspraken in het ziekenhuis. Na de MRI-scan wordt uw hartimplantaat weer teruggeprogrammeerd naar de vorige instellingen.
Voor een implanteerbare hartmonitor geldt dat deze veilig in een MRI-omgeving kan worden gebruikt mits voldaan is aan bepaalde specifieke voorwaarden. Uw arts kan hiervoor de MRI-gebruiksaanwijzing raadplegen.
Als u na de MRI-scan hartproblemen ondervindt, moet u onmiddellijk contact opnemen met uw cardioloog.
U dient de informatie op deze site niet als vervangend medisch advies te beschouwen. Indien u twijfels heeft over uw gezondheid of een gezondheidsadvies nodig heeft, dient u contact op te nemen met uw arts of professioneel zorgverlener.