Uw webbrowser is verouderd

Met een bijgewerkte browser heeft u een betere ervaring met de website van Medtronic. Werk mijn browser nu bij.

×

Skip to main content
Elektromagnetische compatibiliteit

mogelijke elektro-magnetische storingsbronnen Veelgestelde vragen en antwoorden

voor mensen met een hartimplantaat

Activiteiten en intimiteit

Het doel is dat u zo snel mogelijk weer een normaal leven kunt leiden.

Uw arts geeft u specifieke instructies en adviezen op basis van uw huidige medische conditie en voorgeschiedenis.

V: Welke activiteiten kan ik weer oppakken?
A: Uw hartimplantaat (pacemaker, ICD, CRT-hartimplantaat of implanteerbare hartmonitor) zal u over het algemeen niet weerhouden van de meeste activiteiten en hobby's (zoals bowlen, golfen, tennissen, tuinieren, vissen, enz.). U moet echter altijd met uw arts bespreken of uw onderliggende aandoening geen beperking met zich meebrengt. Als u een ICD of CRT-defibrillator heeft, zie ook de ICD App voor meer informatie.

V: Kan ik mijn werk straks weer doen?
A: De meeste mensen kunnen weer aan het werk na de implantatie van het hartimplantaat. Deze beslissing neemt u in onderling overleg met uw arts. Wanneer u weer aan het werk kunt, hangt van allerlei factoren af, waaronder het type werk dat u doet.

V: Kan ik mijn seksuele activiteiten hervatten?
A: Seksualiteit en intimiteit zijn een normaal onderdeel van het leven. Het is normaal dat mensen hun seksuele activiteiten weer oppakken als ze zich daar prettig bij voelen.

V: Geeft mijn ICD of CRT-defibrillator een schok af tijdens seksuele of dagelijkse activiteiten? 
A: Dat komt zelden voor. Uw ICD (of CRT-defibrillator) is zo geprogrammeerd dat uw hartslag normaal kan stijgen zonder dat er een schok wordt afgegeven. Uw hartimplantaat geeft alleen een schok af wanneer uw hartslag voldoet aan specifieke criteria die uw cardioloog heeft ingesteld. Als u een schok heeft gekregen tijdens seksuele of andere activiteiten, neem dan contact op met uw arts. Uw arts zal dan de oorzaak van de schok vaststellen en de instellingen van uw hartimplantaat mogelijk aanpassen.

Autorijden

V: Mag ik autorijden met mijn hartimplantaat?
A: Een pacemaker, ICD of CRT-hartimplantaat kan de rijvaardigheid beïnvloeden, wat kan leiden tot gevaarlijke situaties tijdens het besturen van een auto. Voor de implanteerbare hartmonitor gelden er geen restricties. Binnen Europa verschillen de beperkingen voor het autorijden met een hartimplantaat per land.1
Praat met uw arts over de beperkingen die mogelijk voor u van toepassing zijn.

Mobiele apparaten

V: Mag ik mobiele apparaten gebruiken?
A: Mobiele apparaten zijn veilig zolang u een gepaste afstand tussen het apparaat en uw hartimplantaat aanhoudt. Als u een mobiele telefoon (ook een iPhone 12), tablet of ander mobiel apparaat gebruikt, houd het mobiele apparaat dan ten minste 15 cm bij uw hartimplantaat vandaan om verstoring van de werking te voorkomen. Houd bij een gesprek uw mobiele telefoon bij het oor aan de andere kant van waar het hartimplantaat is geplaatst. We raden ook af de mobiele telefoon in een borstzak of schoudertas in de buurt van het hartimplantaat te dragen.

Indien u een draadloze pacemaker in het hart of een implanteerbare hartmonitor heeft, geldt nog steeds de afstand van 15 centimeter.

Huishoudelijke voorwerpen/apparaten

V: Mag ik alle huishoudelijke voorwerpen/apparaten gebruiken?
A: De meeste huishoudelijke voorwerpen en apparaten kunnen veilig worden gebruikt zolang ze goed zijn onderhouden en naar behoren werken. Dit geldt onder andere voor magnetrons, groothuishoudelijke apparatuur, elektrische dekens en warmtekussens.

Zie ook Huishoudelijke apparaten en hobbyapparatuur voor informatie over apparatuur waarbij bepaalde voorzorgsmaatregelen nodig zijn.

Toegang tot MRI

V: Mag ik met mijn hartimplantaat een MRI-scan ondergaan?
A: Een MRI (beeldvorming met magnetische resonantie) is een soort medische scan waarbij beelden worden gecreëerd van het binnenste van het lichaam voor het stellen van een diagnose. Veel hartimplantaten zijn niet geschikt voor veilig gebruik in een MRI-omgeving, omdat de MRI de instellingen van het hartimplantaat zou kunnen veranderen, de normale werking ervan tijdelijk zou kunnen beïnvloeden of het implantaat mogelijk zou kunnen beschadigen.

De meest recente implanteerbare hartsystemen (hartimplantaat en geleidingsdraad/draden) van Medtronic zijn echter goedgekeurd voor gebruik in een MRI-omgeving, doordat deze een uniek ontwerp hebben waamee u, als er aan bepaalde voorwaarden is voldaan, veilig een MRI-scan kunt ondergaan. Uw arts zal alle mogelijke voordelen en risico's van een MRI-scan met u bespreken.

Zie ook MRI en uw hartimplantaat.

Andere medische en tandheelkundige ingrepen

V: Hebben medische en tandheelkundige ingrepen invloed op mijn hartimplantaat?
A: De meeste medische ingrepen hebben geen invloed op (de werking van) uw hartimplantaat; bepaalde medische ingrepen kunnen echter leiden tot ernstig letsel, beschadiging van uw hartimplantaat of een verstoring van de werking van het implantaat. Informeer voordat u een medische ingreep ondergaat, uw behandelend arts of tandarts dat u een hartimplantaat heeft en bespreek met uw cardioloog de eventuele risico's die aan een bepaalde ingreep verbonden zijn.

Zie ook Medische en tandheelkundige procedures waarbij bepaalde voorzorgsmaatregelen nodig zijn.

Reizen

V: Kan ik reizen met mijn hartimplantaat?
A: Raadpleeg uw arts voordat u een lange reis maakt. Hij of zij kan u (voor noodgevallen) voorzien van adressen van ziekenhuizen in de landen die u bezoekt. Uw arts kan u ook helpen bij het vinden van een cardioloog in deze ziekenhuizen voor een eventueel vervolgbezoek.

Meer: Met een gerust hart op reis: ziekenhuizen waar u terecht kunt

Metaaldetectoren en beveiligingssystemen

Let op: Als u voor het eerst met een hartimplantaat gaat vliegen of voor de eerste keer gebruikmaakt van een luchthaven, raden wij aan om contact op te nemen met onze helpdesk (zie Aanvullende informatiebronnen). Het is namelijk zo dat internationale luchthavens mogelijk speciale procedures hanteren voor passagiers met een hartimplantaat.

V: Kan ik langs/door metaaldetectoren en/of beveiligingssystemen lopen op luchthavens, in rechtbanken en gevangenissen?
A: Gezien de korte duur van deze veiligheidscontroles is het onwaarschijnlijk dat metaaldetectoren (detectiepoortjes en draagbare detectiestaven) en full-bodyscanners (millimetergolfscanners of 3D-scanners) - die onder andere te vinden zijn op luchthavens, in rechtbanken en gevangenissen - de werking van uw hartimplantaat zullen verstoren. De metalen behuizing van uw hartimplantaat kan echter wel het alarm van een metaaldetector af laten gaan.

Als u een dergelijk beveiligingssysteem passeert, neem dan de volgende voorzorgsmaatregelen in acht:

  • Bij het passeren van de beveiligingspoorten kunt u het risico op tijdelijke verstoring van de werking van uw hartimplantaat minimaliseren door geen metalen oppervlakken van de beveiligingsapparatuur aan te raken.
  • Stop of treuzel niet in een detectiepoort, maar loop met normale snelheid in één keer door de poort.
  • Als de beveiligingsbeambte een draagbare detectiestaaf gebruikt, kunt u hem of haar vragen deze niet voor uw hartimplantaat te houden of ervoor heen en weer te zwaaien. U kunt ook vragen of u gefouilleerd kunt worden.
  • Als u zich zorgen maakt over deze beveiligingsmethoden kunt u de beveiligingsbeambte het patiëntenpasje van uw hartimplantaat laten zien en vragen om een alternatieve controle. Volg vervolgens de aanwijzingen de beveiligingsbeambte op. Voor mensen met een hartimplantaat is het helemaal veilig om te vliegen; er zijn geen problemen door de drukverandering of hoogteverschillen.

Magneten

V: Hebben magneten invloed op pacemakers, ICD's, CRT-hartimplantaten of implanteerbare hartmonitoren?
A: Hoewel de meeste elektromagnetische velden in de thuissituatie zelden de werking van een pacemaker, implanteerbare hartmonitor, ICD, CRT-pacemaker of CRT-defibrillator zullen verstoren, wordt aanbevolen dat u voorwerpen/apparaten die magneten bevatten bij uw hartimplantaat vandaan houdt (ten minste 15 centimeter).

De reden hiervoor is dat de elektronica van een hartimplantaat een kleine door magneten geactiveerde schakelaar bevat. Deze ingebouwde schakelaar is zo ontworpen dat deze wordt gesloten wanneer er een krachtige magneet in de buurt komt.

Wanneer de schakelaar in een (CRT-)pacemaker gesloten wordt, dan zorgt de pacemaker ervoor dat het hart met een vooraf ingestelde frequentie gaat kloppen (dit kan een andere frequentie zijn dan die door uw arts is ingesteld).

Wanneer de interne schakelaar in een ICD of CRT-defibrillator (CRT-D) gesloten wordt, geeft het hartimplantaat geen tachycardietherapieën meer af.

Als een implanteerbare hartmonitor wordt blootgesteld aan magneten of elektromagnetische interferentie, kan schade ontstaan.

Het is niet altijd duidelijk of een apparaat een magneet bevat. Echter, als u uw huishoudelijke apparaten gebruikt volgens de instructies in de handleiding en ze in goede staat van onderhoud verkeren, dan zouden ze geen invloed mogen hebben op uw hartimplantaat. Dit geldt voor magnetrons, keukenapparatuur, draadloze telefoons, radio's, televisies, videospellen, cd-spelers, haardrogers, elektrische scheerapparaten, elektrische tandenborstels, elektrische dekens, bladblazers, grasmaaiers, garagedeuropeners, computers en klein gereedschap.

Let ook op met met corsages of naambadges die met een magneet worden vastgemaakt; deze mogen niet boven het hartimplantaat worden bevestigd.

We raden het gebruik van magnetische onderdekens en/of kussens af, omdat het bij deze voorwerpen moeilijk is een afstand van 15 centimeter aan te houden.

Zie ook Huishoudelijke en hobbyapparatuur.

Als een magneet per ongeluk te dicht in de buurt van uw hartimplantaat komt, verplaats dan het voorwerp met de magneet of loop erbij vandaan. Nadat u uit de buurt bent van de magneet, hervat het hartimpantaat zijn normale werking weer.

Lasapparaten, bladblazers en kettingzagen

Lasapparaten

V: Ik lees in de patiëntenhandleiding dat ik voorzichtig moet zijn met lasapparatuur. Waarom is dat?

A: In tegenstelling tot de meeste andere huishoudelijke elektrische apparatuur, kan het lassen met een lasapparaat met een stroomsterkte van meer dan 160 ampère de normale werking van uw hartimplantaat tijdelijk beïnvloeden.

Het wordt aanbevolen om geen lasapparaat van BOVEN de 160 ampère te gebruiken.

Volg de onderstaande veiligheidsmaatregelen om het risico op beïnvloeding van de werking van uw hartimplantaat te minimaliseren tijdens het lassen met een lasapparaat met een stroomsterkte van minder dan 160 ampère.

Veiligheidsmaatregelen bij lassen

  • Zorg ervoor dat alle gebruikte lasapparatuur goed onderhouden en geaard is.
  • Las niet met meer dan 160 ampère.
  • Werk in een droge omgeving en draag droge handschoenen en schoenen.
  • Houd ten minste 60 centimeter afstand aan tussen de lasboog en uw hartimplantaat.
  • Houd de laskabels bij elkaar en zo ver mogelijk bij uw hartimplantaat vandaan. Plaats de laseenheid circa 1,5 meter bij de werkplek vandaan.
  • Breng de aardingsklem zo dicht mogelijk bij het laspunt op het metaal aan. Zorg ervoor dat de handgreep en de lasstaaf niet in contact kunnen komen met het metaal dat wordt gelast, mochten ze per ongeluk vallen.
  • Wanneer het moeilijk is om een lasnaad aan te brengen, wacht dan telkens enkele seconden alvorens het opnieuw te proberen.
  • Werk op een plek waar u stevig kunt staan en u genoeg ruimte heeft om zich te bewegen.
  • Werk samen met iemand die op de hoogte is van uw situatie en deze veiligheidsmaatregelen begrijpt.
  • Stop onmiddellijk met lassen en verlaat de lasomgeving als u zich licht in het hoofd of duizelig begint te voelen, of als u denkt dat uw ICD of CRT-defibrillator een schok heeft afgegeven.

Aangezien lasapparatuur de normale werking van uw hartimplantaat tijdelijk kan beïnvloeden, moet u het gebruik van deze apparatuur eerst overleggen met uw hartspecialist.

Uw arts kan u adviseren over de risico's en de invloed op uw medische aandoening. Een schort of vest zal uw ICD niet afdoende beschermen tegen de elektromagnetische energie die wordt opgewekt door lasapparatuur.

Bladblazers en kettingzagen

V: Ik lees in de patiëntenhandleiding dat ik voorzichtig moet zijn bij het gebruik van een kettingzaag of bladblazer. Waarom is dat?
A: De elektromagnetische energie die door een kettingzaag of bladblazer wordt opgewekt, is vergelijkbaar met die van andere apparaten op benzine of elektriciteit. Als de elektromagnetische energie de werking van uw hartimplantaat verstoort en u symptomen zoals duizeligheid of een licht gevoel in het hoofd voelt, kan een in werking zijnde kettingzaag of bladblazer een groter risico op letsel voor u opleveren dan andere elektrische apparaten.

Volg de onderstaande veiligheidsmaatregelen om het risico op beïnvloeding van de werking van uw hartimplantaat te minimaliseren tijdens het gebruik van een elektrische kettingzaag of bladblazer:

Veiligheidsmaatregelen bij gebruik van kettingzaag of bladblazer

  • Zorg ervoor dat u niet alleen bent (toezicht) bij het eerste gebruik van een elektrische kettingzaag/bladblazer nadat uw hartimplantaat is ingebracht.
  • Houd ten minste 15 centimeter afstand aan tussen de motor van een elektrische kettingzaag/bladblazer en uw hartimplantaat. We raden aan om de zaag/blazer aan de andere kant van het lichaam te gebruiken dan waar het implantaat is ingebracht. Zorg er ook voor dat de apparatuur goed geaard is.
  • Houd ten minste 30 centimeter afstand aan tussen de onderdelen van het ontstekingssysteem van een kettingzaag/bladblazer op benzine en uw hartimplantaat. Het is ook beter om een kettingzaag/bladblazer te gebruiken waarbij de bougie zich niet in de buurt van de handgrepen bevindt.
  • Stop onmiddellijk met zagen/blazen en schakel uw kettingzaag/bladblazer uit als u zich licht in het hoofd of duizelig begint te voelen of als u denkt dat uw geïmplanteerde defibrillator een schok heeft afgegeven.
  • Sleutel niet aan de motor terwijl deze draait.
  • Raak de spoel, de distributeur of de bougiekabels van een draaiende motor niet aan.

REFERENTIE

1

Vijgen J, et al. Consensus statement of the European Heart Rhythm Association: updated recommendations for driving by patients with implantable cardioverter defibrillators. Eur J Cardiovasc Nurs. 2010. PMID: 20170847

U dient de informatie op deze site niet als vervangend medisch advies te beschouwen. Indien u twijfels heeft over uw gezondheid of een gezondheidsadvies nodig heeft, dient u contact op te nemen met uw arts of professioneel zorgverlener.