Uw webbrowser is verouderd

Met een bijgewerkte browser heeft u een betere ervaring met de website van Medtronic. Werk mijn browser nu bij.

×

Skip to main content

Dagelijks leven – Implanteerbare hartmonitor

Flauwvallen (onverklaarbaar)

Als u een geïmplanteerde hartmonitor heeft, kunt u in de meeste gevallen al uw normale dagelijkse activiteiten blijven uitvoeren. U kunt met uw hartimplantaat zwemmen, in bad gaan en sporten zonder dat u bang hoeft te zijn dat de hartmonitor beschadigd raakt. Uw arts kan u echter vragen om bepaalde activiteiten (nog) niet uit te voeren vanwege het onverklaarbare flauwvallen of omdat uw operatiewondje nog niet genezen is.

Normaal gesproken heeft u een patiëntenhandleiding of -brochure ontvangen toen uw hartmonitor geïmplanteerd is. Hierin vindt u de belangrijkste informatie die u moet weten over uw implanteerbare hartmonitor.

Controle van de implanteerbare monitor op afstand

Uw arts kan uw implanteerbare hartmonitor door middel van het Medtronic CareLink®-netwerk op afstand controleren.

Miljoenen mensen met hartimplantaten maken gebruik van controle (monitoring) op afstand om in contact te blijven met hun zorgteam, zowel thuis als op reis.

Het Medtronic CareLink-netwerk is een systeem voor controle op afstand dat werkt via een beveiligde internetverbinding. Het is bedoeld voor patiënten met een pacemaker, ICD of implanteerbare hartmonitor van Medtronic en biedt de mogelijkheid om het hartimplantaat op afstand te laten controleren door hun behandelend team.

Via CareLink verzendt u de gegevens van uw implanteerbare hartmonitor met behulp van de MyCareLink Heart™-app op uw smartphone of tablet naar uw behandelend ziekenhuis, OF u kunt de MyCareLink Relay™-communicator of de MyCareLink™-patiëntenmonitor gebruiken hiervoor.

Vraag uw arts of het Medtronic CareLink-netwerk beschikbaar is en of het geschikt is voor u.

Elektromagnetische storingsbronnen

Alle elektrische apparaten en voorwerpen genereren een elektromagnetisch energieveld. De energievelden in uw dagelijkse omgeving zijn meestal zwak en zullen uw implanteerbare hartmonitor niet beïnvloeden. Sterke elektromagnetische energievelden kunnen de gegevensverzameling van uw hartimplantaat tijdelijk verstoren.

Hieronder staan enkele eenvoudige richtlijnen om problemen met de gegevensverzameling door elektrische storingsbronnen te voorkomen in enkele veel voorkomende situaties. Mocht u nog meer vragen hebben over elektrische apparaten en het mogelijke effect ervan op uw implanteerbare hartmonitor, neem dan contact op met uw arts, lees de patientenbrochure die u in het ziekenhuis heeft gekregen of lees de richtlijnen wat betreft elektromagnetische storingsbronnen.


Meer: Elektromagnetische storingsbronnen

Beveiligingssystemen

Het is niet waarschijnlijk dat beveiligingssystemen ‒ bijvoorbeeld op vliegvelden, bij rechtbanken of in andere gebouwen ‒ de gegevensverzameling van uw implanteerbare hartmonitor zullen verstoren. Deze systemen kunnen echter de metalen onderdelen van de monitor waarnemen, waardoor het alarm kan afgaan. Mogelijk moet u uw identificatiekaart aan het beveiligingspersoneel laten zien om aan te tonen dat u een hartimplantaat heeft. Op vliegvelden kunt u vragen om met een handdetector gescand te worden in plaats van door de detectiepoort te lopen.

Meer: Metaaldetectoren en beveiligingssystemen

Mobiele telefoons en andere draadloze communicatieapparatuur

Draadloze communicatieapparatuur omvat bijvoorbeeld draadloze en mobiele telefoons, piepers, pda's of palmtops, of andere draagbare computers, laptops met WiFi en Bluetooth-apparaten. Deze kunnen de werking van uw implanteerbare hartmonitor tijdelijk beïnvloeden en de gegevensverzameling verstoren.

De wisselwerking met deze apparaten kan als volgt worden beperkt:

  • Bewaar ten minste 15 cm afstand tussen het apparaat/voorwerp en de plaats waar de hartmonitor is geïmplanteerd.
  • Houd een mobiele telefoon tijdens gebruik tegen het oor aan de tegenovergestelde kant van de implantatieplaats.
  • Draag de telefoon of andere zendapparaatjes niet in een zak aan dezelfde zijde als waar uw hartmonitor is geïmplanteerd of in een schoudertas in de buurt van het implantaat. Sommige telefoons zenden ook signalen uit als ze zijn uitgeschakeld.

Meer: Elektromagnetische storingsbronnen

Elektronische antidiefstalsystemen

Veel winkels en bibliotheken zijn uitgerust met elektronische beveiligingspoortjes om diefstal te voorkomen. Beperk het risico op verstoring van de gegevensverzameling door uw implanteerbare hartmonitor, door niet langer dan noodzakelijk in de buurt van de poortjes te blijven staan. Loop er in een normaal tempo in één keer doorheen.

Meer: Metaaldetectoren en beveiligingssystemen

Thuisomgeving

De meeste elektrische huishoudelijke apparaten, waaronder elektrische keukenapparatuur, magnetrons, elektrische apparaten voor persoonlijke verzorging, schoonmaakapparatuur, hobbyapparatuur en elektrisch gereedschap hebben geen nadelige invloed op uw implanteerbare hartmonitor.

Houd ten minste 60 cm afstand tussen de hartmonitor en de inductiekookplaat als deze in gebruik is. Normale verwarmingselementen hebben geen invloed op de gegevensverzameling van de hartmonitor.

Meer: Huishoudelijke en hobbyapparatuur

Gereedschap en industriële apparatuur

Als u met of in de buurt van bepaalde industriële apparatuur werkt, bijvoorbeeld booglasapparaten, energiecentrales, hoogspanningskabels en andere krachtige elektriciteitsbronnen, kan de gegevensverzameling van uw implanteerbare hartmonitor verstoord worden.

Beschrijf uw werkomgeving aan uw arts zodat hij/zij u kan helpen om de verstoring van de gegevensverzameling zo veel mogelijk te beperken.

Meer: Gereedschap en industriële apparatuur

Medische en tandheelkundige ingrepen

Vertel altijd aan uw arts, tandarts en medisch ondersteunend personeel dat u een geïmplanteerde hartmonitor heeft. U mag wel medische en tandheelkundige procedures ondergaan met een implanteerbare hartmonitor. Als de juiste voorzorgsmaatregelen worden getroffen, is het onwaarschijnlijk dat de werking van uw hartmonitor verstoord wordt.

Bepaalde medische procedures kunnen echter de gegevensverzameling van uw implanteerbare hartmonitor tijdelijk verstoren. In sommige gevallen is het vereist dat uw arts de gegevens van uw hartmonitor uitleest voordat u de procedure ondergaat. Dat is het geval bij:

  • stralingstherapie
  • elektrochirugie
  • transcutane elektrische zenuwstimulatie (TENS)
  • MRI-scans* (beeldvorming met magnetische resonantie)

* Een MRI-procedure is toegestaan als u een geïmplanteerde Reveal LINQ®-hartmonitor heeft. Het is wel van belang om van tevoren overleg te hebben met uw arts, zodat de juiste voorzorgsmaatregelen kunnen worden genomen.

Meer: Medische en tandheelkundige ingrepen
Meer: MRI en uw hartimplantaat

Radiozenders

Voor zendapparatuur met een antenne geldt dat u een veilige afstand moet houden tussen de antenne van de radiozender en uw implanteerbare hartmonitor.

Hieronder staan enkele typen radiozenders die de gegevensverzameling van de implanteerbare hartmonitor kunnen verstoren. De aanbevolen minimale afstand tussen de antenne en uw implanteerbare hartmonitor wordt ook vermeld:

  • Tweeweg-radiozenders – ten minste 15 cm
  • Draagbare zenders – ten minste 30 cm
  • Commerciële zenders en regeringszenders die op voertuigen zijn gemonteerd – ten minste 60 cm
  • Overige krachtige zenders met een vermogen tot 250 Watt – ten minste 3  meter

Mocht u nog meer vragen hebben over elektrische apparaten en het mogelijke effect ervan op uw implanteerbare hartmonitor, neem dan contact op met uw arts, lees de patientenbrochure die u in het ziekenhuis heeft gekregen of lees de richtlijnen wat betreft elektromagnetische storingsbronnen.


Meer: Elektromagnetische storingsbronnen

U dient de informatie op deze site niet als vervangend medisch advies te beschouwen. Indien u twijfels heeft over uw gezondheid of een gezondheidsadvies nodig heeft, dient u contact op te nemen met uw arts of professioneel zorgverlener.