Veelgestelde vragen

Een medicijnpomp is ontworpen om pijn te beheersen door pijnmedicatie toe te dienen in de ruimte rondom het ruggenmerg (de 'intrathecale ruimte'). Omdat de pijnmedicatie bij deze behandeling rechtstreeks naar de receptoren rondom het ruggenmerg gaat, zijn er kleinere doses medicatie nodig om de pijn te verlichten.^1-4 

Het ruggenmerg is een soort snelweg voor pijnsignalen die naar de hersenen gaan. Omdat de medicijnpomp de medicatie rechtstreeks afgeeft in het gebied rondom het ruggenmerg, worden pijnsignalen onderbroken voordat ze bij de hersenen aankomen. De resultaten zijn bij iedereen verschillend.

Een behandeling met medicatie neemt de oorzaak van de pijn niet weg, dus de mate van pijnstilling verschilt van persoon tot persoon. Uit klinische onderzoeken is gebleken dat 89% van de patiënten met kanker sinds de plaatsing van een pomp geen pijn meer heeft of zich veel beter voelt.⁵ Daarnaast was 80% van de patiënten met chronische niet-maligne pijn tevreden met hun behandeling en 90% van de patiënten zou de behandeling aanbevelen aan vrienden en familie.⁶

De operatie waarbij het systeem wordt geplaatst duurt ongeveer één tot twee uur. De arts bepaalt hoelang u in het ziekenhuis moet blijven. De ingreep wordt meestal uitgevoerd onder volledige narcose.

Neem direct contact op met uw arts als u een geluidsalarm van uw pomp hoort (klik hier voor voorbeelden) of als u last krijgt van (een van) de meest voorkomende bijwerkingen (zie het gedeelte over bijwerkingen).

Het implanteren van een infuussysteem brengt vergelijkbare risico's met zich mee als andere operaties, zoals pijn, infectie, kneuzing, bloeding, zwelling, lekkage van ruggenmergvloeistof, hoofdpijn en verlamming.

Zodra de pomp en katheter zijn geïmplanteerd, kunnen er complicaties met het apparaat optreden (bijvoorbeeld dislocatie van het apparaat, verstopt raken van de katheter) die operatief moeten worden verholpen. Omdat de pomp subcutaan (onder de huid) is geplaatst, kan deze met minimale weefselbeschadiging worden verwijderd of vervangen

De pomp en operatie worden door de meeste zorgverzekeraars in Europa vergoed. Vraag uw arts of zorgverzekeraar naar de vergoeding voor u.

Afhankelijk van uw lichaamsbouw kan de pomp wel of niet zichtbaar zijn onder kleding.²⁹

Als u de bijvulafspraak mist, raakt het pompreservoir leeg. Als het reservoir bijna leeg is, hoort u dat de pomp een alarm afgeeft. Als het reservoir helemaal leeg is, hoort u het kritieke alarm. Het is belangrijk dat u onmiddellijk contact opneemt met uw arts voor een bijvulafspraak zodat u geen last krijgt van potentieel gevaarlijke ontwenningsverschijnselen.

Klik hier om de verschillende pompalarmen te beluisteren. Neem onmiddellijk contact op met uw arts als u een van deze alarmen hoort.

Vertel het uw arts als u allergisch bent voor bepaalde materialen. Uw arts krijgt een lijst van de materialen die in de pomp van Medtronic worden gebruikt en doet aan de hand daarvan een allergietest.

Laat het uw arts weten als u gaat reizen. Hij/zij kan artsen aanbevelen met ervaring met de behandeling in de regio(‘s) waar u heen reist. Zo hebt u contactgegevens van artsen/medisch professionals die u kunnen helpen in geval van nood of bijvullen. Lees ook de veelgestelde vragen over reizen.

Nee. Medicijnpompen worden al sinds 1988 gebruikt.

• De Medtronic Synchromed™ II-pomp wordt door vele artsen over de hele wereld gebruikt en is gemakkelijk verkrijgbaar.
• In sommige gevallen zijn de medicijnen echter niet beschikbaar in bepaalde landen. Daarom is het belangrijk om uw behandelend arts te vragen om een lijst van ervaren artsen in het land waar u heen gaat. Uw arts kan deze lijst opvragen bij zijn of haar Medtronic-vertegenwoordiger.

Nee. De eerste versie van de Synchromed™-pomp kwam in 1988 in Europa op de markt en sindsdien zijn er vele verbeterde modellen uitgebracht.

Afhankelijk van uw lichaamsbouw en kleding is het mogelijk dat de pomp niet zichtbaar is.²⁹

Het volledige systeem zit onderhuids. Meestal is de pomp niet zichtbaar onder kleding, maar als u heel slank bent en strakke kleding draagt, is het mogelijk dat de omlijning van de pomp zichtbaar is.²¹

De pomp wordt op een plek geplaatst waar hij waarschijnlijk niet in de weg zit voor taillebanden en riemen. De contouren van de pomp kunnen zichtbaar zijn onder zeer strakke kleding. Dit wordt met u voor de operatie besproken.

Het duurt een paar weken om van de operatie te genezen. Het is normaal dat u 2 tot 6 weken na de operatie wat ongemak van de incisie(s) en pijn hebt op de implantaatlocatie. Uw arts kan u fysiotherapie of medicatie voorschrijven om met uw pijn om te gaan.

Volg altijd de instructies van uw arts. Vermijd activiteiten waarbij uw lichaam wordt gebogen, gestrekt of gedraaid. Deze bewegingen kunnen uw katheter verplaatsen en uw behandeling beïnvloeden.

Vermijd de volgende activiteiten tijdens het herstel na uw operatie:

• Op uw buik liggen
• Uw arm boven uw hoofd strekken
• Van de ene op de andere zij draaien
• Voorover, achterover of naar de zijkant buigen
• Zwaarder dan 2,3 kilo tillen

Als u zich beter voelt, kunt u veel activiteiten weer oppakken, zoals:

• Baden of douchen
• Seks
• Thuis of op kantoor werken
• Hobby's of activiteiten, zoals wandelen, tuinieren, fietsen of zwemmen
• Reizen

Onthoud dat u zich bij het hervatten van uw dagelijkse activiteiten beter zou moeten voelen, niet slechter.

Let op: Terwijl u zich aanpast aan een leven waarin u uw symptomen beter onder controle houdt, wilt u misschien activiteiten ondernemen die u voor de operatie niet kon doen. Bespreek uw activiteitenniveau met uw arts.

Uw arts of verpleegkundige plant regelmatig vervolgbezoeken in. Bij een vervolgbezoek wordt de pomp bijgevuld en wordt gecontroleerd of het systeem nog steeds de juiste behandeling geeft. De vervolgbezoeken kunnen één keer per week tot een paar keer per jaar worden ingepland. Wanneer de pomp wordt bijgevuld, hangt af van:

• De hoeveelheid medicatie die er in uw pomp zit
• De snelheid waarmee uw pomp medicatie afgeeft
• Het aantal dosisveranderingen die volgens uw behandelplan nodig zijn
• De concentratie van de medicatie die u krijgt

Tijdens een vervolgbezoek wordt de pomp bijgevuld via een naald in uw huid. De nieuwe medicatie wordt zo in uw pomp geïnjecteerd. Daarnaast controleert uw arts of verpleegkundige uw pomp en indien nodig wordt uw recept aangepast. Praat met uw arts of verpleegkundige over de tekenen en symptomen van te veel of te weinig medicatie.

Neem contact op met uw arts of verpleegkundige als een van het volgende zich voordoet:

• U hebt tekenen of symptomen van te veel of te weinig medicatie
• U hebt langer dan 6 weken na de operatie nog last van pijn, roodheid of zwelling rond de incisie(s)
• Uw systeem werkt niet goed
• Uw symptomen worden niet genoeg verlicht
• De pomp geeft een alarm af
• U krijgt een ongewone reactie op een specifiek medicijn dat u gebruikt
• U krijgt last van bijwerkingen die uw arts niet met u heeft besproken
• U merkt een grote verandering in uw behandeling op
• U krijgt nieuwe of veranderende gevoelssymptomen (zoals gevoelloosheid, tintelingen, brandend gevoel, verhoogde gevoeligheid voor aanraking) of uw spasticiteit keert terug
• U krijgt nieuwe problemen met de blaas of darmen, af en toe of periodiek
• U krijgt nieuwe motorische zwakte, veranderende gang of moeite met lopen
• U hebt neurologische symptomen of tekenen die anders zijn dan normaal

De pomp heeft een levensduur van minstens 5 jaar bij een toedieningssnelheid van maximaal 0,910 ml/dag, vanaf de dag van implantatie.

Nee

Uw arts of verpleegkundige gebruikt een clinician programmer om het batterijniveau van de pomp te controleren. Als de batterij leeg begint te raken, plant uw arts een operatie in om de pomp te vervangen. De pomp kan ook worden vervangen bij een mechanische storing of bij complicaties met de katheter. Voor het repareren of vervangen van de pomp is een operatie nodig.

De pomp is rond. Hij is ongeveer 8,8 cm breed en 2,5 cm dik.

Afhankelijk van uw lichaamsbouw kan de pomp te zien zijn als een klein bobbeltje onder de huid. Uw arts zal proberen om de pomp op een locatie te plaatsen waar hij het comfortabelst zit en het minst zichtbaar is.

Over het algemeen zou u uw normale dagelijkse activiteiten moeten kunnen hervatten. Raadpleeg uw arts of verpleegkundige voordat u bepaalde activiteiten gaat ondernemen die extra belastend zijn.

Uw pomp kan af en toe een klikkend geluid maken. Uw pomp heeft ook een geluidsalarm dat kan afgaan.

Het is onwaarschijnlijk dat een magnetron de pomp verstoort.

Uw pomp kan een detectiepoort laten afgaan.

Laat uw patiëntkaart zien aan het beveiligingspersoneel en blijf niet te dicht bij een detectiepoort staan (bijvoorbeeld op vliegvelden en in bibliotheken en winkels).

Vraag aan uw arts of verpleegkundige of u direct na de operatie mag douchen. Ga niet in bad totdat uw hechtingen zijn verwijderd en de incisies zijn genezen. Als de incisies zijn genezen, mag u een bad tot 39 °C nemen.

Ga niet in bubbelbaden, stoomcabines, sauna's of zonnebaden waarin de temperatuur hoger dan 39 °C is. De druk in het pompreservoir is temperatuurgevoelig. Bij een hogere temperatuur wordt de druk in het pompreservoir verhoogd. Als de druk veel toeneemt, kan het zijn dat de pomp te veel medicatie toedient. Hierdoor kunt u een overdosis medicijnen krijgen.

Het infuussysteem neemt uw onderliggende aandoening niet weg en geneest uw ziekte niet. Het helpt u om uw symptomen te beheersen en u kunt weer activiteiten ondernemen die u voorheen misschien niet kon doen. Het infuussysteem kan een van de behandelingen zijn die uw arts u voorschrijft voor uw aandoening.

Uw arts zal bepalen of u nog steeds andere medicijnen moet gebruiken.

Vraag uw arts of uw voorgeschreven medicatie invloed heeft op de rijvaardigheid.

Patiënten mogen niet dieper onder water gaan dan 10 meter. Ook mogen ze geen gebruik maken van drukkamers met een druk hoger dan 2,0 absolute atmosfeer (ATA). De druk dieper dan 10 meter onder water (of boven 2,0 ATA) kan de pomp beschadigen. In dat geval is er een operatie nodig om de pomp te vervangen.

Om schade aan de pomp te beperken als er hyperbare behandeling nodig is, moet u de pomp volledig vullen met de juiste hervulset en het huidige infuusrecept aanhouden voor blootstelling aan de hyperbare omstandigheden. Patiënten moeten de effecten van hoge druk met hun arts bespreken voordat zij gaan duiken of in een hyperbare kamer gaan.

Als de druk toeneemt, neemt de toedieningssnelheid van de pomp af. Het blijvend opvoeren van de druk leidt er uiteindelijk toe dat de behandeling stopt of verandert, met als gevolg dat de onderliggende symptomen terugkeren, er ontwenningsverschijnselen van de medicatie optreden of er een ernstige of fatale te lage dosis van het medicijn wordt toegediend.

Uw pomp kan een detectiepoort laten afgaan.

Laat uw patiëntkaart zien aan het beveiligingspersoneel en blijf niet te dicht bij een detectiepoort staan (bijvoorbeeld op vliegvelden en in bibliotheken en winkels).

Onder bepaalde voorwaarden kunt u met de pomp in een MRI-scanner. Laat altijd aan uw arts weten dat er een infuussysteem bij u is geplaatst voordat u een medische  of diagnostische procedure ondergaat, zoals een MRI of diathermie. Vraag uw arts of de MRI-scan in combinatie met de pomp kan worden gebruikt.

Door de MRI wordt uw pomp tijdelijk stopgezet. De medicijnafgifte wordt tijdens de MRI dus gestaakt. Na de MRI zou de pomp weer normaal moeten werken. Uw pomp kan ook een alarm afgeven tijdens de scan. Het alarm zou moeten stoppen als de scan voorbij is.

Na de MRI moet de arts controleren of uw pomp nog goed werkt.