Een vervangend CRT-implantaat krijgen

Als de batterij van uw CRT-pacemaker (CRT-P) of CRT-defibrillator (CRT-D) bijna leeg is, zult u waarschijnlijk een nieuw hartimplantaat krijgen. De gemiddelde levensduur van een CRT-implantaat bedraagt 5-9 jaar, afhankelijk van het implantaattype en de instellingen en afgegeven therapieën.

Tijdens de ingreep waarbij de CRT-pacemaker (CRT-P) of CRT-defibrillator (CRT-D) wordt vervangen, maakt uw arts een incisie over het oude litteken heen en verwijdert vervolgens het oude implantaat. Hij of zij zal de geleidingsdraden loskoppelen en controleren of deze ook moeten worden vervangen. Indien ze moeten worden vervangen, worden in sommige gevallen de geleidingsdraden wel verwijderd en in andere gevallen niet.

De geleidingsdraden worden aangesloten op het nieuwe hartimplantaat en de werking ervan wordt getest. Vervolgens wordt het nieuwe implantaat ingebracht, en de wond wordt gesloten. Als laatste worden de therapieën van het implantaat van buitenaf ingesteld.

Afhankelijk van uw leeftijd en aandoening kan de gehele vervangingsingreep poliklinisch worden uitgevoerd (dezelfde dag nog naar huis) of is er een overnachting in het ziekenhuis nodig.

Wanneer uw geïmplanteerde CRT-pacemaker of -defibrillator moet worden vervangen, of als de symptomen van uw hartaandoening veranderen, neem dan contact op met uw arts. Alleen uw arts kan bepalen wat geschikt voor u is.

Volgende: Vragen en antwoorden