echtpaar kijkt op de routekaart

PVAC-katheter voor radiofrequente ablatie

Boezemfibrilleren

De PVAC®-katheter is specifiek ontwikkeld voor de behandeling van boezemfibrilleren en het elektrisch isoleren van de longaders. De longaders, die uitmonden in de linkerboezem, spelen een belangrijke rol bij boezemfibrilleren. Ze geven ongeorganiseerde elektrische prikkels aan de boezem door. Het weefsel rond de uitmonding van de longaders in de linkerboezem wordt tijdens de ablatie met warmte behandeld. Daarbij worden met behulp van de PVAC-katheter selectief die cellen beschadigd die de elektrische prikkels aan de boezem doorgeven.

Hoe werkt ablatie met de PVAC-katheter?

PVAC-katheter voor ablatie bij boezemfibrilleren (niet op ware grootte)

PVAC-katheter

Boven aan de katheter zit een hoefijzervormige spiraal met een diameter van 25 mm. Door deze vormgeving kan de katheter precies daar ingebracht worden waar de longaders in de boezem uitmonden. Op de spiraal zijn op regelmatige afstanden van elkaar elektroden aangebracht. Tijdens een ablatie van ongeveer 60 seconden wordt door de elektroden middels warmte een gebied ter grootte van de hoefijzervorm beschadigd. Vervolgens wordt de katheter gedraaid en een volgend deel van het weefsel beschadigd. Voor een volledige elektrische isolatie zijn meestal vier ablaties per longader nodig. Daarmee is de ingreep voltooid.

Na een geslaagde ingreep bestaat er geen elektrische geleiding meer tussen de longaders en de linkerboezem, waardoor hernieuwd optreden van boezemfibrilleren wordt tegengegaan.