Uw webbrowser is verouderd

Met een bijgewerkte browser heeft u een betere ervaring met de website van Medtronic. Werk mijn browser nu bij.

×

Skip to main content
Echtpaar op de fiets

Periode na de ICD-implantatie

Tachycardie (snelle hartslag) en plotselinge hartstilstand

De implantatie van een ICD duurt meestal niet lang en de meeste mensen kunnen na een redelijke herstelperiode hun dagelijkse bezigheden weer oppakken.

De ervaringen verschillen echter per persoon. Gun uzelf de tijd om eraan te wennen en bespreek de hersteldoelen met uw arts of verpleegkundige.

Herstel

Tijdens het genezingsproces na de implantatie kunt u enig ongemak ervaren. De genezing verloopt niet bij iedereen even snel.

U kunt ook het advies hebben gekregen om uw arm aan de kant van het implantaat beperkt te bewegen totdat de geleidingsdraden goed zijn vastgegroeid. Uw arts zal u informeren over welke bewegingen u mag maken en of u mag tillen, en hij/zij zal aangeven wanneer u uw dagelijkse bezigheden weer kunt oppakken.


Patiëntenpasje

Europees identificatiekaartje van National Cardiovascular Data Registry

Patiënten ontvangen in het ziekenhuis waar de implantatie heeft plaatsgevonden een patiëntenpasje van de NCDR (National Cardiovascular Data Registry) met daarop de gegevens en het unieke serienummer van de ontvangen ICD. Bij verlies van het pasje kan deze opnieuw worden aangevraagd bij het ziekenhuis. Passen waarvan de gegevens niet meer actueel zijn, kunnen door de patiënt of het ziekenhuis vernietigd worden.


Periodieke controles

Nadat bij u een ICD geïmplanteerd is, spreekt uw arts met u datums voor periodieke controles af. Het is belangrijk naar deze afspraken te gaan. Ze horen bij uw behandeling. De eerste controle vindt meestal vier tot zes weken na de implantatie plaats. Daarna zult u elke drie tot zes maanden bij uw arts op controle gaan.

Tijdens zo'n afspraak controleert uw arts met het programmeerapparaat of uw ICD nog naar behoren functioneert. Daarnaast controleert hij/zij of de instellingen van de ICD nog optimaal zijn voor uw aandoening. Zo nodig wordt het implantaat opnieuw geprogrammeerd. Uw ICD slaat ook gegevens op over het ziekteverloop. Deze gegevens gebruikt uw arts om bijvoorbeeld uw medicatie hierop af te stemmen.

Uw ICD van Medtronic controleert uw hart elke dag automatisch. Uw arts kan van tevoren in het ziekenhuis een moment op de dag programmeren waarop uw ICD een pieptoon zal laten horen als er iets gecontroleerd moet worden. Wanneer u de pieptoon hoort, moet u contact opnemen met uw arts. De pieptoon hoeft niet per se iets ernstigs te betekenen, maar het kan zijn dat een snelle reactie van uw arts vereist is. Wacht daarom niet tot de eerstvolgende periodieke controle.

Bovendien zal uw arts u bij de periodieke controle waarschijnlijk vragen hoe u het dagelijks leven met uw ICD ervaart. Gebruik deze gelegenheid om al uw ervaringen te delen.

Naast deze controles door uw arts kan het voorkomen dat uw behandelend team ervoor kiest om uw ICD ook te controleren door middel van controle op afstand met behulp van het CareLink-systeem. Dit kan mogelijk via een app op uw smartphone of tablet of met behulp van andere mogelijkheden via het CareLink-netwerk. Het kan nodig zijn dat uw arts naar aanleiding van de CareLink-gegevens een lichamelijk onderzoek wil uitvoeren, of dat de instellingen van de ICD of uw medicatie moeten worden aangepast.


Controle van de ICD op afstand via het Medtronic CareLink-netwerk

Uw arts kan uw ICD door middel van het Medtronic CareLink®-netwerk op afstand controleren.

Miljoenen mensen met hartimplantaten maken gebruik van controle (monitoring) op afstand om in contact te blijven met hun zorgteam, zowel thuis als op reis.

Het Medtronic CareLink-netwerk is een systeem voor controle op afstand dat werkt via een beveiligde internetverbinding. Het is bedoeld voor patiënten met een pacemaker, ICD of implanteerbare hartmonitor van Medtronic en biedt de mogelijkheid om het hartimplantaat op afstand te laten controleren door hun behandelend team.

Via CareLink verzendt u de gegevens van uw ICD met behulp van de MyCareLink Heart™-app op uw smartphone of tablet naar uw behandelend ziekenhuis, OF u kunt de MyCareLink Relay™-communicator of de MyCareLink™-patiëntenmonitor gebruiken hiervoor.

Vraag uw arts of het Medtronic CareLink-netwerk beschikbaar is en of het geschikt is voor u.

Tips voor ICD-dragers en hun verzorgers

De implantatie van een ICD kan een positieve ervaring zijn, maar het kan ook spanningen opleveren. Hieronder staan enkele tips die bedoeld zijn om ICD-dragers en hun verzorgers te helpen omgaan met het feit en de gevolgen van het hebben van een ICD.

  • Praat over uw gevoelens en ervaringen met familieleden, vrienden, collega’s en/of lotgenoten. Emotionele betrokkenheid helpt vaak om de spanning rondom een ziekte en het bijbehorende herstel wat weg te halen.
  • Lees informatie over uw medische aandoening en de ICD die bij u geïmplanteerd is; vraag daarvoor bijvoorbeeld uw arts, technicus of verpleegkundige.
  • Informeer anderen over uw gezondheid en uw ICD.
  • Als uw hartaandoening een reden is voor prikkelbaarheid, bezorgdheid of depressie, vraag uw arts of verpleegkundige dan om professionele hulp.
  • Creëer in uw dagelijkse routine ruimte voor bewuste eetgewoonten, lichaamsbeweging (als dat is toegestaan door uw arts) en ontspanning.

U dient de informatie op deze site niet als vervangend medisch advies te beschouwen. Indien u twijfels heeft over uw gezondheid of een gezondheidsadvies nodig heeft, dient u contact op te nemen met uw arts of professioneel zorgverlener.