Periode na de ablatieprocedure

Na een geslaagde ablatie zijn de klachten en symptomen van boezemfibrilleren over het algemeen verdwenen. U kunt nadat u van de ingreep bent hersteld, weer actief aan het dagelijks leven deelnemen. Bespreek met uw arts welke activiteiten u weer kunt oppakken.

Uw arts informeert u vóór de ingreep over de slagingskansen van de behandeling. Er is geen garantie dat de boezemritmestoornissen op de lange termijn volledig weg zullen blijven. Er kunnen later mogelijk opnieuw hartritmestoornissen optreden. In dat geval kan de arts adviseren om de ablatieprocedure te herhalen.

Herstel

Na een katheterablatie kan het genezingsproces wel drie maanden duren, en na een chirurgische ablatie zelfs wel zes maanden. Vanwege dit genezingsproces kan het boezemfibrilleren de eerste tijd na de ablatie opnieuw optreden. Om die reden worden de eerste drie tot zes maanden na ablatie buiten beschouwing gelaten bij het vaststellen of de behandeling voor boezemfibrilleren het gewenste resultaat heeft gehad.

Periodieke controles

Regelmatige vervolgcontroles spelen een belangrijke rol bij de behandeling. Patiënten die een behandeling met ablatie voor boezemfibrilleren hebben ondergaan, moeten gewoonlijk het eerste jaar elke drie maanden voor controle terugkomen, en daarna gedurende ten minste twee jaar elk half jaar. Een implanteerbare hartmonitor kan helpen om het resultaat van een behandeling voor boezemfibrilleren te bewaken; deze slaat onregelmatigheden in de hartslag gedurende maximaal drie jaar op.

Volgende: Dagelijks leven na ablatietherapie